Waarom je als docent een VOG nodig hebt

Als je als voor een onderwijsinstelling gaat werken, ben je wettelijk verplicht een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan je toekomstige werkgever te overleggen. In dit artikel lees je wat zo’n VOG precies inhoudt, waarom je deze aan je werkgever dient te geven en waarom dit van belang is.

1. Wat is een Verklaring Omtrent het Gedrag?
Een VOG is een wetsgeldig document waarin beschreven staat dat het justitiële verleden van een persoon géén bezwaar vormt voor de functie waarvoor de VOG is aangevraagd. Oftewel: het toont aan dat jouw gedrag (in het verleden) geen belemmering vormt voor de functie de je wilt gaan uitoefenen. Het bevestigt dus jouw integriteit en betrouwbaarheid.

Als werknemer dien je deze VOG zelf aan te vragen. Het is gebruikelijk dat dit gebeurt in opdracht van de werkgever. Het aanvragen van een VOG kost geld, maar dit wordt doorgaans vergoed door de werkgever.

2. De geldigheid van een Verklaring Omtrent het Gedrag
Als je een VOG dient aan te leveren bij een onderwijsinstelling, mag deze niet ouder zijn dan twee maanden. Dit wijkt af van de ‘reguliere’ zes maanden in het geval van functies buiten het onderwijs. Door deze aangescherpte tijdsnorm wordt verzekerd dat er niemand met kwade bedoelingen voor de klas kan staan. Onderwijsinstellingen worden jaarlijks gecontroleerd op de geldigheid van de VOG aanvragen van diens werknemers.

Als werkgever kan het raadzaam zijn om náást de VOG, tevens de referenties van een potentiële werknemer te controleren. De tijdsnorm van twee maanden is immers niet waterdicht. Op die manier voorkom je dat iemand wegens wangedrag is ontslagen, hiervoor (nog) niet is veroordeeld en tóch bij jouw onderwijsinstelling aan de slag kan gaan.

3. Waarom is een Verklaring Omtrent het Gedrag van belang?
Medewerkers in het onderwijs hebben vanzelfsprekend nauw contact met, dikwijls minderjarige, leerlingen. Leerlingen zijn kwetsbaar, zowel vanwege hun leeftijd als hun positie. Er is immers sprake van een machtsrelatie tussen docent en leerling. Door te laten beoordelen of een medewerker in het verleden geen laakbaar gedrag heeft vertoond, wordt het risico op misstanden (of zelfs misdaden) zoveel als mogelijk beperkt.