Duizenden studenten en medewerkers van hogescholen en universiteiten zijn deze week de collegezalen uitgelopen om op straat en in aula’s hun zorgen te laten horen. In steden als Amsterdam, Utrecht en Groningen klonk dezelfde boodschap, het hoger onderwijs kraakt, en het geduld raakt op.
Waarom de emmer nu overloopt
De onvrede borrelt al jaren, maar nu lijkt de grens echt bereikt te zijn. Docenten vertellen over roosters die steeds voller raken, steeds grotere groepen studenten en avonden die eindigen achter de laptop met nakijkwerk dat zich maar blijft opstapelen. Daarbij komt nog de voortdurende onzekerheid van tijdelijke contracten, ieder jaar opnieuw afwachten of je mag blijven, het vreet gewoon energie. Universiteiten en hogescholen waarschuwen al langer voor structurele onderfinanciering, vergelijkbaar met eerdere acties in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, maar in het hoger onderwijs, zeggen veel betrokkenen, is de rek er nu echt uit.
Amsterdam als luid kloppend hart van de staking
In Amsterdam kwamen volgens de organisatie enkele duizenden mensen samen, studenten met zelfgemaakte spandoeken, docenten met rode sjaals en actiebuttons, soms met hun hele opleiding tegelijk. Colleges werden geschrapt of omgevormd tot actiebijeenkomsten, op pleinen en in grote zalen klonken toespraken over werkdruk, prestatiedwang en de angst dat de kwaliteit van het onderwijs sluipenderwijs achteruit hobbelt. De Algemene Onderwijsbond, samen met lokale actiegroepen en personeelsvertegenwoordigers, trok de kar, al viel op dat ook veel studentenraden nadrukkelijk vooraan stonden, alsof ze wilden zeggen, dit gaat over ónze toekomst.
Actiedag verspreidt zich door het land
Niet alleen de hoofdstad stond in het teken van actie, in Utrecht werden optochten gehouden langs verschillende opleidingen, met korte toespraken voor de ingang van faculteitsgebouwen. Elders waren er zogenoemde teach ins, docenten gaven alternatieve lessen over de staat van het onderwijs, maar dan in volle actiezalen in plaats van in een gewoon lokaal. Op sommige instellingen was er symbolische lesuitval van een uur, op andere lag het onderwijs vrijwel de hele dag stil, afhankelijk van wat lokale vakbonden, medezeggenschapsraden en studentenorganisaties met elkaar hadden afgesproken.
Waar het de actievoerders uiteindelijk om draait
De eisen klinken op het eerste gehoor eenvoudig, maar zijn politiek gezien behoorlijk stevig, meer structureel geld voor het hoger onderwijs, minder tijdelijke banen, meer vaste aanstellingen en echte ruimte om onderwijs voor te bereiden en studenten goed te begeleiden. Studenten hameren bovendien op verlaging van de prestatiedruk, het huidige systeem jaagt hen van tentamen naar tentamen, zo klinkt het, terwijl er juist tijd nodig is om echt ergens in te duiken. Achter al die leuzen schuilt de angst dat zonder ingrijpen de kwaliteit van opleidingen langzaam wordt uitgehold, iets wat nu al voelbaar zou zijn in overvolle werkgroepen en minder individuele aandacht.
Reacties, gevolgen en de blik vooruit
Besturen van verschillende instellingen toonden publiekelijk begrip, al wezen zij ook op hun beperkte speelruimte zolang de financiering vanuit Den Haag niet structureel verandert. Politieke partijen reageerden verdeeld, sommige pleitten voor extra investeringen, anderen vroegen eerst om scherper kijken naar hoe middelen nu worden uitgegeven, wat de onzekerheid op de werkvloer er niet minder op maakt. Intussen moesten studenten rekening houden met uitgevallen colleges en verschoven tentamens, via mails en portals werden wijzigingen soms pas op het laatste moment doorgegeven, wat voor de nodige frustratie zorgde. Toch hoor je onder veel studenten en docenten dezelfde dubbelheid, het is ingewikkeld dat onderwijs stilvalt, maar niets doen voelt nog riskanter. Of deze actiedag leidt tot concrete veranderingen is nog onduidelijk, maar duidelijk is wel dat het hoger onderwijs zich niet langer stilletjes wil aanpassen aan steeds krapper wordende randvoorwaarden.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst