Jarenlang leek het alsof je pas echt meetelde als je “iets met hbo of universiteit” deed. Mbo? Dat werd nogal eens weggezet als tweede keus. Wie nu naar de arbeidsmarkt kijkt, ziet precies het omgekeerde gebeuren. Werkgevers trekken inmiddels bijna aan de noodrem: zonder goede monteurs, verzorgenden, installateurs, logistieke toppers en ict-beheerders loopt Nederland gewoon vast. Dat klinkt dramatisch, maar voor mbo-studenten (en hun docenten) is het eerlijk gezegd uitstekend nieuws.
Tekort aan vakmensen
Door vergrijzing stromen ervaren vakmensen met bosjes tegelijk uit. Tegelijkertijd groeit de vraag in sectoren als techniek, bouw, zorg, installatie, logistiek en onderhoud. Die combinatie zorgt ervoor dat mbo’ers nu zó gewild zijn dat veel studenten al tijdens hun opleiding meerdere aanbiedingen van werkgevers krijgen. Het oude beeld van “weinig kansen met een mbo-diploma” is simpelweg niet meer houdbaar. De feiten laten iets totaal anders zien. Waar vroeger vooral over ‘doorleren naar het hbo’ werd gepraat, komt nu veel vaker de vraag op tafel: hoe gaan we in vredesnaam genoeg goede vakmensen vinden?
AI pikt alle banen in? De mbo’er blijft
Natuurlijk, overal duiken berichten op dat kunstmatige intelligentie banen zou opslokken. Maar wie goed kijkt naar de analyses, ziet iets anders: AI verandert het werk, in plaats van het volledig over te nemen. Een verzorgende die met slimme zorghulpmiddelen werkt, een installatiemonteur die storingen uitleest via data, een technicus die machines onderhoudt die zelf meldingen doen, dát is de werkelijkheid. Praktisch vakmanschap kun je niet downloaden. Wel komen er nieuwe taken bij: werken met dashboards, digitale systemen, robotica en sensortechniek. Mens en technologie worden collega’s, geen concurrenten.
Wat betekent dit in de klas?
Voor het mbo-onderwijs vraagt dit om bijsturen. Curricula en kwalificatiedossiers moeten actueler blijven dan ooit, met in alle profielen meer aandacht voor digitale vaardigheden, technologisch begrip en probleemoplossend vermogen. Minstens zo belangrijk: beroepshouding, communiceren met klanten en samenwerken op de werkvloer. Dáár maken studenten straks het verschil. Docenten hebben hierin een sleutelrol. Zij zijn niet alleen vakinhoudelijke gids, maar ook arbeidsmarktvertaler: degene die actuele voorbeelden meeneemt, gastlessen en bedrijfsbezoeken regelt, samenwerkt met regionale bedrijven en zichzelf óók regelmatig bijschoolt. Een docent die kan vertellen hoe groot de vraag naar zijn of haar vakgebied werkelijk is, verandert zichtbaar iets in de motivatie van studenten.
Concrete kansen voor studenten en handvatten voor lessen
Voor studenten liggen er stevige baankansen, goede doorgroeimogelijkheden en de optie om zich via een leven lang ontwikkelen te blijven specialiseren. De status van praktische beroepen kruipt langzaam maar zeker omhoog; zonder mbo ligt Nederland stil, dat dringt nu steeds breder door. In de les kun je dit tastbaar maken met actuele arbeidsmarktcijfers, sectorrapporten, gesprekken met werkgevers of kleine projecten rond nieuwe technologie. Laat studenten berichten over AI en automatisering eens kritisch ontleden: wat klopt, wat is bangmakerij? Zo ontstaat stap voor stap een realistischer – en opvallend positief – beeld van hun toekomst. Geen doemscenario door AI, maar een gouden horizon voor mbo-vakmensen, mits het onderwijs flexibel en nieuwsgierig blijft meebewegen.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst