Kunstmatige intelligentie zit allang niet meer alleen in futuristische films of onderzoeksrapporten. Leerlingen komen er elke dag mee in aanraking: via hun telefoon, sociale media, games, leersystemen en straks ook op hun werk. En toch hoor ik in scholen nog vaak: “AI, dat is iets voor later.” Dat “later” is eigenlijk al gisteren. Daarom schuift AI-geletterdheid langzaam maar zeker op van ‘nice to have’ naar ‘voorwaarde voor goed onderwijs’ – iets waar ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de overheid inmiddels stevig op aandringen.
Wat bedoelen we met AI-geletterdheid?
AI-geletterdheid bestaat uit meer dan alleen weten dat ChatGPT bestaat, of dat er algoritmen achter je YouTube-aanbevelingen zitten. Leerlingen moeten in de toekomst in grote lijnen snappen hoe AI-systemen werken, waar ze goed in zijn en waar ze de mist in kunnen gaan. Dat verschilt van algemene digitale geletterdheid, die bijvoorbeeld ook gaat over informatievaardigheden en mediawijsheid.
Waarom is dit zo dringend voor onze leerlingen?
Wie nu in groep 8 zit, stroomt binnen een paar jaar een samenleving en arbeidsmarkt in waarin AI in bijna elk beroep een rol speelt, van zorg tot logistiek en van marketing tot techniek. Daarnaast krijgen leerlingen in de toekomst wellicht te maken met AI-gestuurde besluiten, bijvoorbeeld bij een sollicitatieprocedure, een hypotheek, of straks misschien zelfs bij risico-inschattingen door de overheid.
Van oproep tot actie naar praktijk in de klas
De Autoriteit Persoonsgegevens roept organisaties expliciet op om werk te maken van AI-geletterdheid. Voor scholen betekent dit dat het geen los projectje van een enthousiaste informaticadocent mag blijven, maar ingebed moet worden in beleid, professionalisering én curriculum.
Laat leerlingen zelf een AI-tool uitproberen en daar vervolgens kritisch verslag van doen. Niet alleen “het werkte goed” of “het gaf een fout antwoord”, maar: wat deed het systeem precies, welke data vroeg het, wat gebeurde er met hun eigen werk?
Docenten als gids in een onoverzichtelijk landschap
Een punt waar veel teams mee worstelen: “Wij weten zelf nog niet genoeg van AI.” Dat is eerlijk, en volkomen begrijpelijk. Toch blijven leerlingen ondertussen gewoon AI gebruiken, ook als wij er niets mee doen. Juist daarom is de docent zelden de tech-expert, maar wél de gids die helpt duiden, relativeren en begrenzen.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst