Scholen maken steeds meer gebruik van digitale leermiddelen, online toetsen en leerlingadministratiesystemen. Dat is handig en vaak nodig, maar het maakt scholen ook kwetsbaar. Het ministerie van Onderwijs roept schoolbesturen daarom op om nu werk te maken van digitaal veilig onderwijs.
Digitale veiligheid is al lang geen ict-thema meer, maar een bestuursthema. Een lek in leerlinggegevens, een gehackte toetsomgeving of een platgelegde elektronische leeromgeving raakt direct de kwaliteit van het onderwijs. Leerlingen kunnen niet bij hun materiaal, toetsen gaan niet door en gevoelige gegevens kunnen op straat komen te liggen. Toch blijkt in de praktijk dat de basis bij veel scholen nog niet overal op orde is.
In een recente oproep wijst het ministerie erop dat scholen al veel hulpmiddelen hebben om hun digitale veiligheid te verbeteren. Via organisaties als Kennisnet en SIVON zijn er handreikingen, stappenplannen, trainingen en voorbeeldbeleid beschikbaar. Schoolbesturen hoeven het wiel dus niet zelf uit te vinden, maar moeten deze hulpmiddelen wel daadwerkelijk gaan gebruiken.
Belangrijk is dat besturen duidelijke keuzes maken: wie is waar verantwoordelijk voor, hoeveel tijd en geld is er beschikbaar en welke risico’s pakt de school als eerste aan?
Daarnaast vraagt het ministerie aandacht voor het bewust omgaan met data van leerlingen en medewerkers. Het gaat dan om vragen als: welke gegevens slaan we op, is dat echt nodig en hoe lang bewaren we die? Ook daarover zijn al modellen en voorbeeldafspraken beschikbaar waar scholen gebruik van kunnen maken.
Digitaal veilig onderwijs komt niet vanzelf. De middelen en kennis zijn er, maar schoolbesturen moeten nu stappen zetten om de basis op orde te krijgen en die daarna steeds bij te houden. Dat vraagt om structurele aandacht, niet om een eenmalig project.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst