Met een ervaringscertificaat ben je nog geen leraar of docent

Sommige commerciële aanbieders beloven dat een korte cursus je in een klap geschikt maakt voor de klas. Maar de Inspectie van het Onderwijs waarschuwt: met een ervaringscertificaat of bekwaamheidscertificaat ben je nog geen leraar of docent. Dit soort papieren, vaak na een traject van een paar weken, geven geen bevoegdheid om les te geven. Scholen moeten hierop letten, want de regels zijn streng.

Wanneer ben je bevoegd?

Om les te geven, heb je een getuigschrift nodig van een erkende hogeschool of universiteit. Dit bewijst dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen voor onderwijspersoneel. Het document vermeldt de instelling, de bevoegdheid (eerstegraads, tweedegraads of basisonderwijs) en het vak. Voor zij-instromers is er een traject ‘Zij-instroom in het Beroep’, met een geschiktheidsverklaring voor tijdelijke benoeming. Na afronding krijg je een getuigschrift bekwaamheidsonderzoek. Deze verklaringen komen alleen van erkende instellingen.

Tijdelijke benoeming voor zij-instromers

Voor zij-instromers begint het met een geschiktheidsverklaring, na een onderzoek door een hogeschool. Met deze verklaring kun je tijdelijk lesgeven terwijl je je opleiding afmaakt. Voor po en vo is dit alleen mogelijk via erkende hogescholen, voor mbo via mbo-instellingen. Het onderzoek omvat een praktijktoets en andere onderdelen. Een ervaringscertificaat kan helpen bij vrijstellingen, maar is nooit voldoende voor de verklaring.

Waarom een ervaringscertificaat niet volstaat

Commerciële certificaten, zoals na een EVC-traject, garanderen geen vakbekwaamheid. Ze kunnen hoogstens meespelen in een geschiktheidsonderzoek, maar de instelling beoordeelt ze. Voor een tijdelijke benoeming heb je een officiële verklaring nodig. Scholen moeten checken of iemand voldoet aan de eisen, anders riskeren ze problemen met de inspectie. De Inspectie adviseert om te kijken naar erkende opleidingen op de Rijksoverheid-site.