
Kunstmatige intelligentie (AI) verovert in razend tempo ons dagelijks leven. Het is een slimme 'sidekick' die ons werk en leven makkelijker maakt, maar roept ook de vraag op of we wel klaar zijn voor de snelle ontwikkelingen. Marktonderzoeksbureau Markteffect onderzocht hoe Nederlanders aankijken tegen AI in brede zin en specifiek binnen het onderwijsdomein.
Uit dit onderzoek blijkt dat Nederlanders verdeeld zijn. Zo verwacht twee op de vijf Nederlanders een negatieve impact op het onderwijs. Slechts één op de zes verwacht dat AI voornamelijk een positieve invloed zal hebben op het onderwijs.
Nederlanders verdeeld over de rol van AI in het onderwijs
Meer dan de helft van de Nederlanders (57%) vindt dat basiskennis over AI een vast onderdeel van het lesprogramma moet worden. Twee op de vijf verwacht zelfs dat AI binnen vijf jaar net zo onmisbaar zal zijn in het onderwijs als laptops en digitale leermiddelen. Tegelijkertijd is er terughoudendheid: de helft vindt dat onderwijsinstellingen voorzichtig moeten omgaan met AI.
Toch ziet driekwart van de Nederlanders wel degelijk kansen. Drie op de tien Nederlanders gelooft dat AI helpt om op eigen tempo en niveau te leren. Ouders met jonge kinderen tot en met 18 jaar delen deze mening vaker dan ouders met kinderen ouder dan 18 jaar (42% tegenover 19%). Daarnaast kan AI voor docenten tijd besparen op administratie (49%) en lesvoorbereiding (34%). Voor leerlingen ligt de winst vooral in ondersteuning bij huiswerk (38%), studieplanning en het gebruik van persoonlijke leerassistenten.
Zorgen en oplossingen
Ondanks de kansen blijven de zorgen groot. Drie op de vijf Nederlanders vrezen plagiaat door leerlingen en de helft (51%) maakt zich zorgen over onbetrouwbare adviezen die AI kan geven. Slechts 7% maakt zich hierover helemaal geen zorgen. Veel Nederlanders (54%), vooral boven de 35, vinden dat het onderwijs de risico's onvoldoende onderkent.
De sleutel ligt in digitale geletterdheid. Twee derde van de Nederlanders (66%) vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren deze vaardigheid moeten leren om AI beter te begrijpen en er kritisch mee om te gaan. Zeven op de tien pleiten voor een vaste plek voor digitale geletterdheid in het lesprogramma, waarbij drie op de tien vinden dat dit al vanaf de basisschool moet.
Daarnaast is de roep om richtlijnen en bijscholing voor docenten groot: zeven op de tien vinden dit cruciaal voor een verantwoorde inzet van AI.
De bredere context van AI in Nederland
Hoe staat de Nederlander in het algemeen tegenover AI? Drie op de tien Nederlanders zijn positief, terwijl minder dan een kwart negatief is. Vooral Nederlanders onder de 55 zijn optimistischer. De helft van de Nederlanders heeft inmiddels ervaring met AI-tools zoals ChatGPT of Google Gemini. Deze worden het vaakst gebruikt om meer te leren over onderwerpen (49%) of uit nieuwsgierigheid (45%). Daarnaast gebruikt een derde van de Nederlanders AI voor werkgerelateerde taken.
Tegelijkertijd vinden drie op de vijf Nederlanders dat AI zich te snel ontwikkelt. Zeven op de tien pleiten daarom voor strengere regulering. Verder vindt meer dan twee op de vijf Nederlanders dat iedere werkende burger basiskennis over AI moet hebben.
Onderzoeksverantwoording
Het onderzoek is uitgevoerd door onafhankelijk marktonderzoeksbureau Markteffect in augustus 2025 onder een representatieve steekproef van 1.007 Nederlanders van 18 jaar en ouder.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst