Terwijl veel basisscholen zich nu al druk maken om de voorbereiding op de eindtoets van dit schooljaar, kijkt de PO Raad juist verder vooruit, en eigenlijk ook weer niet, want hun boodschap is verrassend simpel: wacht niet tot 2030 met de invoering van één centrale doorstroomtoets, maar zet de klok fors naar voren. Volgens de sectororganisatie is het huidige lappendeken aan eindtoetsen niet meer van deze tijd en schaadt het zelfs de kansen van leerlingen die toch al niet met voorsprong beginnen.
Van eindtoets naar doorstroomtoets, meer dan alleen een andere naam
De beoogde doorstroomtoets moet méér zijn dan een opgepoetste versie van de bekende groep 8 eindtoets. Waar nu verschillende aanbieders met eigen toetsen en eigen normeringen werken, wil de PO Raad toe naar één landelijke toets die op hetzelfde moment wordt afgenomen, met dezelfde kaders en een helder doel, namelijk een eerlijker start in het voortgezet onderwijs en meer kansengelijkheid.
Op dit moment mikt het ministerie op invoering ergens rond 2030, een jaartal dat voor veel leraren voelt als een soort verre horizon, aardig voor beleidsstukken, maar weinig troostrijk in de dagelijkse praktijk. De PO Raad vindt dat deze stap jaren eerder moet worden gezet, juist omdat elk cohort leerlingen dat nu nog door het oude systeem gaat, kansen mist die wél geboden hadden kunnen worden.
Waarom die haast, volgens de PO Raad
De organisatie wijst op drie punten die in de docentenkamer herkenbaar zullen klinken, ten eerste, door sneller naar een landelijke doorstroomtoets te gaan, kan er serieuzer werk worden gemaakt van kansengelijkheid, de plaatsing in het voortgezet onderwijs hangt dan minder af van verschillen tussen toetsaanbieders en meer van een gezamenlijke landelijke norm.
Ten tweede, één toetsmoment en een duidelijk proces kunnen de bekende toets en keuzestress bij leerlingen en ouders verminderen, zeker als het advies van de school niet langer voelt als een allesbepalend oordeel dat in een paar weken moet vallen. Ten derde ontstaat er voor scholen en besturen een helderder systeem, met eenduidige afspraken, minder gedoe met verschillende formats en minder tijd die opgaat aan het uitzoeken van kleine maar soms toch bepalende verschillen tussen toetsleveranciers.
De leraar blijft aan zet, advies staat niet ter discussie
Opvallend is dat de PO Raad tegelijk stevig hamert op de positie van de leraar, de doorstroomtoets mag het schooladvies ondersteunen, maar nooit vervangen. Het professionele oordeel van de groep 8 leerkracht, die de leerling al jaren ziet werken, blijft het vertrekpunt. De toets komt er dus bij, als extra bron van informatie, niet erboven, als beslissende scheidsrechter.
Daarvoor zijn volgens de PO Raad wel duidelijke randvoorwaarden nodig, landelijke afspraken over het proces, voldoende tijd en ondersteuning voor scholen om hun interne procedures aan te passen, en eerlijke, begrijpelijke informatie voor ouders en leerlingen. Als de politiek vasthoudt aan invoering pas rond 2030, zo waarschuwt de organisatie, lopen we het risico dat de discussie over gelijke kansen mooie woorden blijft, terwijl de praktijk in groep 8 jaar na jaar nauwelijks verandert.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst