Advies leraar in groep 8 blijft leidend

De ministerraad heeft er op voorstel van minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media mee ingestemd dat het advies van leraren voor toelating tot de middelbare school leidend blijft en de eindtoets daarop volgt. Wel stelt minister Slob voor dat basisscholen in groep 8 de eindtoets eerder in het schooljaar afnemen, direct na het schooladvies van de leraar. Dit kan extra toetstraining voorkomen.

Dat staat in een Kamerbrief over de eindevaluatie van de Wet eindtoetsing po, die in het schooljaar 2014-2015 in werking is getreden. Sinds die tijd is het advies van de leraar leidend voor toelating tot de middelbare school. Mede daarom wordt de eindtoets na het schooladvies van de leraar afgenomen. De leraar kan het schooladvies na de eindtoets nog wel naar boven bijstellen, als de toetsuitslag daar aanleiding voor geeft.

Vertrouwen in de leraar
Uit een peiling onder 2500 leerkrachten uit groep 7 en 8 blijkt dat driekwart van de leraren deze volgorde wil behouden. Minister Slob is het daarmee eens. “Op deze manier wordt het schooladvies bepaald op basis van een breed beeld van de ontwikkeling van het kind. Ik heb vertrouwen in het professionele oordeel van de leraar hierover. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de druk om goed te presteren op de eindtoets voor leerlingen en hun ouders niet verder toeneemt.”

Gelijke kansen
Gelijke kansen voor elke leerling blijft een punt van zorg. Leerlingen van lager opgeleide ouders en in minder stedelijke gebieden krijgen lagere schooladviezen en hebben – wanneer ze hoger scoren op de toets – een kleinere kans op een bijgesteld advies. Een deel van het onderwijsveld verwacht dat de gelijkheid toeneemt als de eindtoets weer eerder wordt afgenomen. Hier is echter geen wetenschappelijke consensus over. Als de eindtoets weer belangrijker wordt, kan dit juist leiden tot een toename van toetstrainingen. Vooral kinderen van hogeropgeleide ouders profiteren daarvan.

Knelpunten aanpakken
Het kabinet stelt wel voor om een aantal knelpunten uit de praktijk op te lossen. Allereerst wordt de afname van de eindtoets vervroegd naar de eerste helft van maart, waardoor deze direct na het schooladvies plaatsvindt. Dit voorkomt dat kinderen bij een tegenvallend schooladvies naar extra toetstrainingen worden gestuurd. Schooladvisering moet daarvóór plaatsvinden tussen 1 februari en 1 maart.

Gelijktijdig inschrijven
Daarnaast wordt één landelijk moment vastgelegd waarop basisscholen de definitieve schooladviezen gereed moeten hebben, tussen 15 april en 1 mei. Op basis van het definitieve schooladvies schrijven leerlingen zich gelijktijdig in op een middelbare school. Nu schrijven leerlingen zich vaak al na het eerdere schooladvies in, maar als dat advies wordt bijgesteld kunnen ze niet altijd meer terecht op de school van hun voorkeur. Er komt een uitvoerbaarheidstoets om te kijken of de geschetste data haalbaar zijn voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs.

Handreiking leraren
Ook wil het kabinet kansengelijkheid versterken door leraren handvatten te bieden om op een zorgvuldige en eerlijke manier tot een schooladvies te komen. Op basis van wat bekend is uit wetenschappelijke studies wordt in samenwerking met leraren een handreiking gemaakt die leerkrachten helpt om explicieter en transparanter te zijn over de afwegingen die zij maken voor het schooladvies. Dit kan onbewuste vooroordelen tegengaan en ook houvast bieden in gesprekken die scholen voeren met ouders en middelbare scholen over het schooladvies.

Stelsel verbeteren
Minister Slob stelt eveneens voor om het stelsel te verbeteren. Een knelpunt van het huidige stelsel is dat er twee partijen zijn die de kwaliteit van de eindtoetsen bewaken, met elk een eigen kwaliteitskader. Daardoor zijn de toetsen niet volledig vergelijkbaar en is er sprake van een ongelijk speelveld. Het recente incident waarbij een deel van de leerlingen een onjuiste uitslag van de eindtoets heeft gekregen, heeft opnieuw aangetoond dat dit kwetsbaar is. De kwaliteitsbewaking komt daarom volledig te liggen bij het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Daarnaast is het voorstel om als overheid niet langer de Centrale Eindtoets aan te bieden. Omdat er meerdere andere eindtoetsaanbieders zijn is de noodzaak daarvoor verdwenen. Als een private partij interesse toont, kan de inhoud van de Centrale Eindtoets wel beschikbaar blijven voor scholen.

Eindtoets wordt doorstroomtoets
Op de langere termijn wil het kabinet toewerken naar een overgang tussen het primair en voortgezet onderwijs, die minder definitief en bepalend is voor het vervolg van leerlingen op de middelbare school. Minister Slob: “Ik wil dat de eindtoets een doorstroomtoets wordt, die een beeld geeft van waar een leerling aan het einde van groep 8 staat op het gebied van taal en rekenen. In de eerste en tweede klas van het voortgezet onderwijs kan opnieuw worden bepaald of de leerling op de juiste plek zit. Daardoor kunnen leerlingen makkelijker naar een ander niveau overstappen en neemt de druk op de toets en het schooladvies af.”

Na de zomer organiseert het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een conferentie met betrokkenen uit het onderwijsveld om te onderzoeken welke stappen er genomen kunnen worden om te zorgen dat de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs minder bepalend is voor de verdere schoolloopbaan van de leerling.

Het voorstel over de eindtoets moet nog behandeld worden in de Tweede Kamer. Als de besluitvorming voortvarend verloopt, kunnen de plannen ingaan vanaf het schooljaar 2021-2022.

VorigeMeer stabiliteit in bekostiging hoger onderwijs
VolgendeStudenten kunnen aan de slag voor de klas dankzij Educatieve Minor
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter