
Op 2 september 2025 droeg de BoerBurgerBeweging (BBB) Gouke Moes voor als demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De 33-jarige Groninger, voormalig smid en leraar, volgt Eppo Bruins op na diens vertrek met NSC uit het kabinet. Met zijn achtergrond in het onderwijs brengt Moes praktische ervaring mee. Wat betekent zijn benoeming voor het onderwijs?
Achtergrond van Gouke Moes
Moes startte zijn carrière als smid en machinebankwerker, voordat hij leraar werd op het Eemsdeltacollege in Appingedam. Hij gaf lessen in Engels, techniek, natuurkunde en scheikunde. In 2021 werd hij politiek actief voor BBB en in 2023 lijsttrekker bij de Provinciale Statenverkiezingen in Groningen, waar BBB twaalf zetels behaalde. Sinds maart 2025 was hij gedeputeerde voor energie, defensie en sport. Zijn ervaring als leraar maakt hem een hands-on kandidaat voor de ministerpost.
Visie op onderwijs
Moes ziet zijn nieuwe rol als een kans om het onderwijs te versterken. Zijn idee is om onderwijsgeld slimmer te gaan besteden en door budgetten beter te verdelen in plaats van om extra geld te vragen. Moes steunt voorstellen van Beter Onderwijs Nederland, voor meer invloed van leraren op schoolbeleid en minder administratieve lasten voor leraren. Als demissionair minister richt hij zich op stabiliteit, ondanks beperkte bevoegdheden.
Toekomstige uitdagingen
Op het moment is er een tekort van ruim 7.700 fulltime leraren en worden er bezuinigingen van 400 miljoen euro doorgevoerd. Daarmee staat Moes voor een grote opgave. Zijn ervaring in het vmbo zou kunnen helpen om praktijkgericht onderwijs te verbeteren. Scholen hebben vooral de hoop dat hij de werkdruk verlaagt en extra middelen vindt voor kwetsbare leerlingen. Een Kamerdebat over academische vrijheid in oktober 2025 wordt zijn eerste test om stabiliteit te tonen.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst