Nog steeds veel animo voor flexibele schooltijden

Flexibele schooltijden, dat klinkt veel ouders als muziek in de oren. Op vakantie buiten het hoogseizoen en ’s morgens een uurtje later op pad. Het kan, maar mag niet ten koste gaan van de onderwijskwaliteit. Conclusie: een school moet ook dit strak organiseren en voldoende leraren ter beschikking hebben. Dat lukt niet iedere basisschool.

Iedere ochtend fietst je kind naar school. Zelfde tijd, zelfde patroon. Hoe zou het zijn als hij of zij op woensdag een uurtje later op school komt, en eerst bij oma langs gaat voor een kop thee. Of op vrijdagmiddag eerder stopt en een uurtje kinderyoga oppakt. En begin oktober vakantie neemt, als het hoogseizoen achter de rug is. Met flexibele basisschooltijden zou het kunnen, maar het experiment, dat al sinds 2011 loopt, kent nogal wat hiaten. Het dreigde bijna afgeblazen te worden.

Minister stopte de pilot
Twaalf basisscholen deden mee aan de pilot, acht nieuwe scholen en vier bestaande. In april van dit jaar stopte OCW minister Arie Slob het experiment vanwege een verslechtering van de onderwijskwaliteit op een aantal deelnemende scholen waaruit hij concludeerde dat de risico’s te groot zouden zijn. Van de twaalf zijn er nog vijf over die voldoende onderwijskwaliteit bieden. Die ogen nu door.

Dat is onder andere te danken aan de kritiek op het stoppen van de pilot van leraren van scholen waar het wél goed ging. “Ik begrijp de twijfel van de minister heel goed, maar scholen die wel goed presteren moeten ook meewegen in het besluit om door te gaan of niet, vertelt een basisschoolleraar aan Metronieuws die al jaren werkt met het flexibele rooster.

Gewoon door de regen naar school
Hoe het werkt? Het is niet zo dat leerlingen bij een buitje regen maar thuis kunnen blijven en later naar school gaan zoals het ze uitkomt. Er worden weliswaar meerdere tijden ingesteld waarop leerlingen hun schooldag kunnen starten of weer naar huis kunnen, maar die liggen op een gegeven moment ook vast. Het is dus niet alleen ‘gewoon flexibel’.

Persoonlijke starttijden zouden in ieder geval bevorderlijk zijn voor het onderwijs aan kinderen die het wat rustiger aan willen doen of juist meer aandacht nodig hebben. Als zij een uurtje eerder komen, zitten ze in een lekker rustige klas als de rest later binnenkomt. En zo werkt het ook aan het eind van de dag. Zo’n persoonlijk rooster wordt dan bijvoorbeeld voor een jaar vastgelegd. Met duidelijke kaders en controles. Leerlingen hebben zich dan ook wel degelijk aan tijden te houden. Dus schooltas op en fietsen maar.

Doorgaan met flexibele schooltijden
Toch werkte het niet meteen bij alle scholen goed. Een eerder rapport van de Onderwijsinspectie uit 2014 laat zien dat de groepen 5, 6 en 7 op spelling- en rekentoetsen en op wiskunde en begrijpend lezen sinds de invoering van de flexibele schooltijden lager scoren. Maar zijn de flexibele tijden de veroorzakers? Dat is niet zonder meer gezegd. Ook wisselingen van leerkracht of een grote toevoer van zorgleerlingen kunnen de oorzaken zijn. Mede daarom blijft de Algemene Vereniging Schoolleiders pleiten voor de flexibilisering.

De PO-Raad bereikte met een lobby naar de Tweede Kamer dat D66, CDA en VVD met een motie steun kreeg van kamerleden om het voornemen van de minister om te stoppen met het experiment terug te draaien. Scholen die voldoende scoren, mogen nu doorgaan met de flexibele tijden.

Dat komt onder meer neer op openingstijden van acht uur ’s morgens tot zes uur ’s middags. Zonder vast algemeen rooster. Gezinnen met twee werkende ouders, die tot voor kort gestrest het schoolplein op renden met hun 17 inch laptoptas, krijgen hiermee veel meer armslag. “Ik heb een eigen bedrijf, dus is dit heel handig’, vertelt een moeder van een leerling op een ‘flexibele school’ aan de Volkskrant. Ze kan zelf kiezen wanneer ze op vakantie wil met haar kinderen, mits ze dat een half jaar van tevoren aanvraagt. Een snipperdagje kan ze zelfs nog de avond vooraf aangeven.

Team moet er volledig achter staan
De angst van veel mensen dat het op zo’n school een chaos wordt, wordt door voorstanders weerlegd. Ieder uur moet worden verantwoord en per kind wordt de vooruitgang op verschillende vlakken bijgehouden. Dat is de basis voor een lesprogramma op maat. Is iemand slecht in taal dan kan deze meedraaien met een groep lager om bij te spijkeren. Of persoonlijker les krijgen. Dat vraagt wel extra personeel en daarmee extra kosten. Dat is niet makkelijk in een tijd waarin het lerarentekort groot is. Volgens de succesvolle school is er veel gelegen aan een goede voorbereiding en een team dat er volledig achter staat, inclusief de ouders en het bestuur.

De Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) hield een peiling onder 616 schooldirecteuren. Maar liefst 80 procent is voor flexibelere schooltijden. In de Volkskrant geeft een onderwijssocioloog wel een waarschuwing. “Dat je op dat gebied tegemoetkomt aan wensen van ouders is prima, maar dan moet je het niet vals beargumenteren met zogenaamde voordelen voor het leerproces. Het risico is dat scholen niet het kind voorop stellen, maar vooral een aantrekkelijk aanbod voor ouders willen bieden.” Daarentegen geeft hij wel aan dat op de scholen waarbij het experiment niet tot voldoende resultaat leidde dat niet altijd aan de flexibele tijden ligt. …”maar aan het feit dat je dat als school maar moeilijk goed georganiseerd krijgt. Dan wordt het een beetje een zooitje.” Het experiment wordt met de vijf scholen voortgezet en wordt onderdeel van een breder programma.

VorigeSeksuele vorming in de bovenbouw
VolgendeScholieren adviseren minister van Financiën over duurzaamheid
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter