Voor de financiering van de loonsverhoging van 1,2% voor de periode 1 september 2014 tot en met 31 december 2014, krijgen schoolbesturen in december een bedrag van uiteindelijk 18 miljoen euro uitgekeerd (in eerdere overzichten werd uitgegaan van een bedrag van 17 miljoen euro). Dit betreft een zogenaamde kasschuif, omdat het bedrag in 2015 weer wordt ingehouden van de extra middelen die in het kader van het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) zouden worden uitgekeerd. Dit bedrag moet dus worden gezien als eerder ontvangen lumpsum. In januari 2015 wordt gepubliceerd hoe de overige intensiveringsmiddelen worden toegekend aan een schoolbestuur.

Bijzondere bekostiging

Het bedrag van 18 miljoen wordt onder het kopje 'bijzondere bekostiging' als een bedrag per leerling toegevoegd aan de lumpsum 2014/2015. Voor het (speciaal) basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs komt dit neer op een bedrag van €11,35 per leerling, waarbij wordt uitgegaan van de leerlingtelling van 1 oktober 2013. Op de website van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is het bedrag al wel gepresenteerd, maar de onderbouwing hiervan nog niet.
Dekking

De financiering van de structurele 1,2% loonsverhoging per 1 januari 2015 moet worden gedekt vanuit de compensatie voor gestegen arbeidskosten (ontwikkeling lonen en werkgeverslasten) voor het kalenderjaar 2015. Deze compensatie wordt in mei/ juni 2015 gepubliceerd en wordt vastgesteld aan de hand van de referentiesystematiek. Deze systematiek vertaalt de ontwikkeling van arbeidskosten in de marktsector door naar de overheidssector. De marktsector is dus het referentiepunt: stijgen/dalen de arbeidskosten in de marktsector, dan stijgt/daalt de compensatie voor de ontwikkeling van de arbeidskosten voor het primair onderwijs.

VorigeJonge internetondernemers leren kinderen programmeren
VolgendeScholen mogen onderwijsuren beter spreiden
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter