Trump van plan ministerie van Onderwijs op te heffen

Donald Trump lijkt vastbesloten om zijn stempel te drukken op de Amerikaanse overheid en het ministerie van Onderwijs staat bovenaan zijn lijstje om aan te pakken. Op 6 maart heeft de president een decreet ondertekend dat het einde moet inluiden van dit federale departement, dat al sinds 1979 bestaat. Maar wat betekent dit precies, en hoe realistisch is het dat hij dit erdoor krijgt?

Het idee om het ministerie van Onderwijs op te doeken is niet nieuw voor Trump. Tijdens zijn verkiezingscampagnes noemde hij het al vaker een overbodige instelling die te veel geld opslokt zonder echte resultaten te laten zien. Volgens hem heeft het federale systeem gefaald: ondanks miljarden aan investeringen scoren Amerikaanse leerlingen internationaal nog steeds matig op lezen en wiskunde. Trump wil dat onderwijs weer een zaak wordt van de staten zelf, zonder bemoeienis van een logge bureaucratie in Washington. Zijn aanhangers zien het als een logische stap om de overheid kleiner te maken, maar critici waarschuwen voor chaos en ongelijkheid.

Een flinke hobbel: het Congres

Toch is het niet zo simpel als even een decreet tekenen en klaar. Het ministerie is ooit opgericht door het Congres, en alleen datzelfde Congres kan het officieel afschaffen. Trump heeft met zijn Republikeinse meerderheid in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat wel wat wind mee, maar in de Senaat zijn 60 stemmen nodig om een wetsvoorstel erdoor te krijgen. Met 53 Republikeinse senatoren komt hij daar nog niet aan, tenzij hij een paar Democraten meekrijgt – en dat lijkt een lange adem te vragen. Wat hij wél kan doen, is het ministerie flink uithollen. Via zijn decreet kunnen bijvoorbeeld taken overgeheveld worden naar andere instanties of de boel kan zo gereorganiseerd worden dat er weinig overblijft van de huidige structuur.

De timing van dit plan opvallend. Het komt kort nadat Trump toestemming kreeg om de inspecteur-generaal van het ministerie te ontslaan, een waakhond die misstanden in de gaten houdt. Dat geeft hem meer ruimte om zijn bulldozer-aanpak door te voeren, zoals hij het zelf graag noemt. Zijn nieuwe minister van Onderwijs, Linda McMahon, lijkt volledig achter het plan te staan. Zij sprak eerder al over een ‘historische kans’ om het onderwijs terug te geven aan de staten.

VorigeOnderwijsraad: bekwaamheid vaker toetsen tijdens lerarenopleidingen
VolgendeHoger onderwijs en mbo’s in actie tegen bezuinigingen
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter