Interimdocent Sjef van Hoof beleeft zelf veel plezier aan het geven van hoorcolleges. 'Wie met onlinecolleges bezuinigt op de contactfrequentie, degradeert het onderwijs tot een eenheidsworst.'

Hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen pleit voor het afschaffen van hoorcolleges. Hij ergert zich aan de houding van sommige studenten die zich tijdens hoorcolleges bezondigen aan websurfen, consumeren van spijs en drank en praten. De universiteit is te schools geworden en heeft baat bij het afschaffen van hoorcolleges. Die kunnen online worden gezet, dat is goedkoper en werkt bovendien selectief: betere studenten kunnen zich zo beter onderscheiden.

Zelf beleef ik als docent in het hoger onderwijs veel plezier aan het voorbereiden en geven van hoorcolleges. Ik kan me iets voorstellen bij het gevoel van Derksen, maar ben het niet met hem eens. Ik denk dat hoorcolleges nog steeds een erg waardevol onderdeel van een studieprogramma zijn, omdat ze de docent de ruimte geven voor iets dat met onlineonderwijs per definitie niet lukt: een persoonlijke draai geven aan de stof en studenten proberen te prikkelen om nieuwsgierig te worden naar de stof en daar zelf mee aan de slag gaan. Dat zal ook mij niet bij iedereen lukken, maar terugkijkend op mijn eigen studie zijn het vooral de hoorcolleges van bevlogen docenten die me zijn bijgebleven.

Als studenten voor online-onderwijs willen kiezen, kunnen ze dat nu al doen: de Open Universiteit biedt prima afstandsonderwijs aan. De Harvard Universiteit heeft colleges vrij toegankelijk online staan en wie even zoekt op YouTube ziet dat elke zichzelf respecterende goeroe inmiddels wel te vinden is met meerdere integrale toespraken of presentaties. Toch kiest het leeuwendeel van de studenten voor onderwijs in een relatief 'schoolse' setting waarbij mensen van vlees en bloed voor een groep staan.

Variëteit
Derksen slaat wat mij betreft de spijker op zijn kop als hij stelt dat studenten meer modules bij verschillende opleidingen zouden moeten kunnen volgen. Dan kun je een inleidend vak als klinische psychologie online via de Radboud Universiteit in Nijmegen volgen en tegelijkertijd een cursus technische planologie van een bevlogen docent in Groningen met verplichte werkgroepen. Het hoger onderwijs heeft baat bij meer variëteit in onderwijsvormen en studenten die buiten de muren van hun eigen onderwijsgebouw kijken.

Maar dat laat onverlet dat goed onderwijs gebaat is bij regelmatig contact tussen docent en student. Wie met onlinecolleges bezuinigt op de contactfrequentie, degradeert het onderwijs tot een eenheidsworst. Juist bij het geven van hoorcolleges komt het aan op creativiteit om die interactie tot stand te brengen. Daarbij kan een online deel van de toespraak van een groot denker of toonaangevende wetenschapper prima onderwijsmateriaal zijn, maar uit eigen ervaring weet ik dat een fragment van langer dan drie minuten van een en dezelfde persoon niet meer de aandacht vasthoudt, laat staan dat een online college van twee keer 45 minuten in een grote behoefte zou voorzien.

Studenten hebben verschillende leerstijlen: de een vindt zijn weg wel met een goed boek, de andere heeft liever een docent voor de groep die de stof structureert. Een derde wordt vooral gemotiveerd door het contact met medestudenten tijdens de koffiepauze. Alle drie hebben ze bestaansrecht in het hoger onderwijs en zolang ze daarbij basale omgangsvormen in acht houden, blijven ze welkom bij de hoorcolleges.

Of de hoorcolleges verplicht moeten zijn, is een andere discussie (bij de opleidingen die ik ken zijn werkcolleges wel verplicht maar hoorcolleges op een uitzondering na niet). Goed onderwijs kost geld en het kan geen kwaad als de relatie tussen de prijs en de kwaliteit duidelijker komt te liggen voor studenten (wie extra kansen of extra begeleiding nodig heeft, betaalt meer).

Maar als docent hoop ik dat het hoorcollege gewoon mag blijven bestaan. Met nieuwe technieken en hulpmiddelen, voor nieuwe generaties studenten, maar gebaseerd op een eeuwenoud onderwijsprincipe: persoonlijke kennisoverdracht met enthousiasme voor het vakgebied van de docent.

Sjef van Hoof is interimdocent in het Hoger Onderwijs

VorigeScholen besteden meer aandacht aan goed taal- en rekenenonderwijs
VolgendeNationale Balans Top 2013: Verlangen en Verleiden
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter