3 oktober 2012De partijen in de Eerste Kamer toonden zich in de eerste termijn van het debat op 2 oktober kritisch over de wet Passend onderwijs. Diverse vragen en zorgen die al eerder door de PO-Raad zijn aangedragen, werden ingebracht: zorgen over de financiële positie van het primair onderwijs; de borging van de expertise; de positie van het speciaal onderwijs en kleine besturen in de samenwerkingsverbanden. Er werden vraagtekens gezet bij het inrichten van weer een nieuwe bestuurlijke laag in de vorm van de samenwerkingsverbanden wat zou kunnen leiden tot nieuwe bureaucratie en door budgettaire afwegingen gedreven machtsblokken waarvan ouders met kinderen met beperkingen afhankelijk worden bij het vormgeven van de adequate onderwijsondersteuning. Diverse partijen verwachten forse uitvoeringsproblemen temeer ook omdat de afstemming met de jeugdhulp niet voldoende is geborgd middels het Op overeenstemming gericht overleg (OOGO) en de trajecten niet synchroon lopen.

Reactie minister

In haar reactie geeft de minister aan dat zij vertrouwen heeft in de schoolbesturen die verantwoordelijk zijn voor de zorgplicht binnen de kaders die Passend onderwijs daarvoor aangeeft.
Wat betreft de financiële spankracht beaamt de minister dat er is bezuinigd is maar zij zet daar de stijging van het bedrag per leerling en de indexering tegenover. Echter er zullen wel scherpe keuzes gemaakt moeten worden. Er wordt daartoe geïnvesteerd in de financiële deskundigheid van besturen. Volgens de minister is het voorliggende wetsvoorstel het resultaat van een lange voorbereiding die samen met het veld is vormgegeven en waar al de nodige voorbereidingen zijn gestart. Er zijn echter nog geen onomkeerbare besluiten genomen. Er ligt een grote uitdaging voor de komende jaren voor de aansluiting tussen zorg en onderwijs.

Monitoring en landelijk arbitrageorgaan

De minister zegt toe dat er nadrukkelijk gemonitord zal worden en er halfjaarlijks zal worden gerapporteerd over de invoering. Het kader daarvoor zal aan de Kamer worden toegezonden. Verder zegt de minister een landelijke arbitrageorgaan toe waar besturen die er niet uitkomen terecht kunnen met hun vragen. De vereniging van gereformeerde scholen kan rekenen op extra ondersteuning gezien de specifieke positie na overleg met besturen en PO-Raad.

In de tweede termijn werd veelal positief gereageerd op de toelichting en toezeggingen van de minister hoewel op punten vragen bleven bestaan zoals de extra bestuurlijke laag en de positie van de speciale scholen en de kleine besturen. De minister zegt toe dat de ECPO de basisondersteuning mee zal nemen in de monitor.

Moties

De volgende moties worden ingediend:

• Motie: onafhankelijk onderzoek of structurele bekostiging van onderwijs voldoende is om Passend onderwijs uit te voeren: oordeel kamer
• Motie : bewerkstelligen dat er voor kinderen met gedragsproblemen ondersteuning wordt geregeld zodat schorsing zoveel mogelijk wordt voorkomen: oordeel kamer
•Motie: voorzien in permanente landelijke arbitragecommissie die geschillen kan beslechten: minister zegt toe zo snel mogelijke tot inrichting over te gaan en in overleg met sectoren een voorbeeldbepaling aan te reiken voor de statuten. Daarvoor is dan geen wetswijziging nodig. Naar de mening van de kamer mag opname in de statuten niet vrijblijvend zijn. Mocht het zo zijn dat opname in de statuten onvoldoende blijkt te zijn, dan zal overgegaan worden tot wetgeving.

De PO-Raad ziet in de motie Linthorst c.s. terug dat de uitingen van de PO-Raad in de afgelopen periode over de structurele bekostiging zijn overgekomen. Hiermee laat de politiek zien dit signaal serieus op te pakken.

De conceptwettekst kwaliteit (V)SO leverde geen discussie op.

De stemming vindt dinsdag 9 oktober plaats.

Trefwoorden:

Passend onderwijs

VorigeMediaMasters 2012 gekoppeld aan 5 leerdoelen
VolgendeLesideeen bij Dingen om te doen en voor een studiemiddag
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter