Terwijl scholen zich blijven inzetten om de onderwijsresultaten te verbeteren, wat zichtbaar resultaat oplevert, moeten ze dit doen met steeds minder geld. In 2010 hebben scholen in het primair onderwijs opnieuw meer geld uit moeten geven dan er binnen kwam. In 2009 was er al een bescheiden tekort van 14 miljoen euro, op de jaarrekening van 2010 loopt dit fors op. Dit blijkt uit een eerste inventarisatie van de PO-Raad onder haar leden. Leden geven ook aan grote moeite te hebben om de begroting voor 2011 sluitend te krijgen.
De jaarcijfers over 2010 die schoolbesturen voor 1 juli 2011 moeten aanleveren bij DUO/CFI, het uitvoeringsorgaan van het ministerie, worden pas in februari 2012 gepubliceerd. Dit betekent dat officieel pas op dat moment kan worden aangegeven hoe de sector er vorig jaar financieel voor stond. Om al eerder (met cijfers onderbouwd) zicht te verkrijgen in de financiële situatie van de sector heeft de PO-Raad schoolbesturen opgeroepen de jaarrekeninggegevens over 2010 op te sturen.
In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, is het beeld dat uit de ingestuurde jaarcijfers naar voren komt in ieder geval niet het beeld van een sector die op zijn geld zit. Sterker nog, schoolbesturen geven ook dit jaar weer meer geld uit dan er binnenkomt. Leden van de PO-Raad geven aan te maken te hebben met een cumulatie van bezuinigingen en met achterblijvende bekostiging . Voor een deel betreft het bezuinigingen waartoe reeds door het vorige kabinet werd besloten, bij elkaar 167 miljoen euro. Deze bezuinigingen werden van kracht op 1 augustus 2010. Daar bovenop komen de bezuinigingen op gemeentelijk niveau en het niet gecompenseerd krijgen van stijgende kosten; zowel de kosten voor bijvoorbeeld gebouwbeheer, gas en elektra als ook de BAPO en andere personele lasten worden niet vergoed. Personeel heeft er wel recht op en niemand wil dat de kinderen in de kou zitten. Dus wordt dit geld wel uitgegeven. Dat de sector PO bovenop zn geld zou zitten, het beeld dat de laatste tijd geschetst wordt, klopt dus niet.
Omdat er geruime tijd zit tussen het jaar waarover de jaarcijfers betrekking hebben en het moment dat deze daadwerkelijk gebruikt worden, baseert het kabinet zich per definitie op oude gegevens. Eén van de leden van de PO-Raad omschreef dit als volgt: schoolbesturen staan midden in het bos en geven aan dat het in brand staat. De minister pakt een foto van hetzelfde bos uit 2009, ziet geen rook en concludeert dat er geen brandblusser nodig is.
Donderdagochtend, 15 september, is er een Algemeen Overleg. Minster Van Bijsterveldt debatteert hier met de Tweede Kamer over de financiën van het primair onderwijs. In de voorbereiding voor dit debat heeft de PO-Raad met meerdere Tweede Kamerleden gesproken en hen aangegeven waar de schoen wringt. Daarbij heeft de PO-Raad diverse berekeningen en documenten overhandigd en aangedrongen op het stellen van vragen over bijvoorbeeld de personele bekostiging, cumulatie van de bezuinigingen, de vermogenspositie, de materiële instandhouding, et cetera.
Eén van de onderwerpen waarover de meeste Kamerleden tijdens deze gesprekken begonnen is de leraar-leerling ratio. Minister Van Bijsterveldt schrijft in haar brieven van 26 april en 10 augustus jl. aan de Kamer dat schoolbesturen 3200 FTE teveel aan leerkrachten in dienst zou hebben genomen. De PO-Raad vraagt op dit punt nadere informatie en onderzoek; zowel naar de berekening en de cijfers waarop de minister haar berekening baseert, als ook naar de oorzaken. Waarschijnlijk is de toename (deels) toe te schrijven aan een toegenomen gebruik van de BAPO-regeling. Leerkrachten die van deze regeling gebruik maken gaan minder werken, maar blijven wel volledig op de loonlijst staan. Om deze leerkracht te vervangen, moet dus een extra collega aangesteld worden. Hiernaast horen wij ook van onze leden terug dat zij hebben geprobeerd zo lang mogelijk onderwijzend personeel in dienst te houden, om de onderwijskwaliteit zo lang mogelijk in stand te houden.
Een van de documenten die is overhandigd aan de Tweede Kamerleden vindt u in de bijlage, waarin aandacht voor de financiële situatie van de scholen in 2010, de neerwaartse lijn van de afgelopen jaren, de winstwaarschuwing over 2010, de zorgen over behoud van de onderwijskwaliteit en een grafiek waarin e.e.a. duidelijk weergegeven wordt.

VorigeLesmateriaal Prinsjesdag van ministerie van Financien
VolgendeLeerlingen in Emmen aan de slag met iPad
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter