Basisvaardigheden niet op orde voor 3 miljoen Nederlanders tussen 16 en 75 jaar

In Nederland wordt de groep volwassenen die moeite heeft met lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden niet bereikt. Dat komt doordat in elke regio het cursusaanbod verschilt. Ook sluit cursusaanbod niet altijd aan op de behoefte van mensen. Dit blijkt ook uit het vandaag verschenen rapport Staat van het Onderwijs 2025. Hierdoor blijft veel talent onbenut. Mensen die moeite hebben met de basisvaardigheden ervaren problemen in hun werk en privé. Een landelijke ambitie op volwasseneducatie is volgens Stichting Lezen en Schrijven nodig om iedereen de mogelijkheid te bieden basisvaardigheden (bij) te leren.

In aanloop naar het debat over laaggeletterdheid van november vorig jaar pleitte Stichting Lezen en Schrijven al voor een landelijke aanpak van basisvaardigheden voor volwassenen. Zodat elke volwassene in Nederland dezelfde mogelijkheid krijgt om dicht bij huis de basisvaardigheden lezen, schrijven, rekenen en digitaal te leren. Op een manier die aansluit bij de leervraag van de volwassene en past in hun leven. Ook is er nu geen sprake van een doorlopende leerroute waarin elke stap die je zet erkent wordt en aansluit bij vervolgleerstappen. Dat pleidooi deed de stichting samen met de MBO Raad, de NRTO, Divosa, de VNG, de FNV en Stichting ABC.

Het aanbod van cursussen voor volwassenen is nu te versnipperd en past vaak niet goed bij wat mensen willen leren. Daardoor hebben mensen minder kans op werk. Vaak krijgen ze ook meer problemen met hun gezondheid. En ze hebben vaak minder grip op hun geldzaken. Deze groep volwassenen kan daardoor minder goed meekomen in de samenleving.

Hanneke Propitius, directeur-bestuurder Stichting Lezen en Schrijven:

"Er zijn 3 miljoen Nederlanders tussen 16 en 75 jaar die moeite hebben met taal en/of rekenen: voor deze mensen is het lastig om een cursus te vinden die bij hun wens aansluit. Daarom is een landelijke ambitie op volwasseneducatie noodzakelijk. Nu verschilt het aanbod per regio en sluit het cursusaanbod onvoldoende op elkaar aan.”