Reactie Stichting Lezen en Schrijven op resultaten PISA-2022

Eén op de drie 15-jarige leerlingen in Nederland heeft onvoldoende leesvaardigheid. De leesvaardigheid daalt sinds 2015. Maar voor het eerst is de daling zó sterk. Voor begrijpend lezen scoren Nederlandse 15-jarigen nu onder de Europese norm. Dat blijkt uit het onderzoek Programme for International Student Assement (PISA). Onderzoekers vergelijken 15-jarigen wereldwijd, waaronder in 14 Europese landen. PISA onderzoekt (begrijpend) lezen, natuurwetenschappen en wiskunde. Stichting Lezen en Schrijven is niet verrast door de sterke daling in leesvaardigheid bij Nederlandse 15-jarigen. De stichting vindt de resultaten wel heftiger dan verwacht. De stichting wil dat het onderwijs basisvaardigheden, zoals lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden, in samenhang aanpakt. Alleen dan worden jongeren voorbereid om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving.

Daling

Onvoldoende leesvaardigheid komt nu voor bij een derde van de 15-jarigen. Bij PISA-2018 betrof dat een kwart van deze leeftijdsgroep. Voor het eerst sinds het begin van de PISA-metingen daalt ook de vaardigheid wiskunde bij Nederlandse leerlingen enorm sterk. Dat betekent dat veel Nederlandse 15-jarigen onvoldoende rekenvaardigheden hebben. Lezen en rekenen zijn met schrijven en digitale vaardigheden de basisvaardigheden die iedereen nodig heeft om mee te komen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Stichting Lezen en Schrijven vindt dat het onderwijs deze basisvaardigheden in samenhang moet aanpakken. Lezen heb je immers ook nodig bij wiskunde. Digitale vaardigheden zit in tal van lesmethodes en rekenvaardigheden heb je ook nodig voor online bankieren. Dat is immers hoe leerlingen later als zelfstandige volwassenen gebruik maken van die basisvaardigheden.

Taalachterstand

Uit PISA-2022 komt opnieuw naar voren dat het opleidingsniveau van ouders samenhangt met de prestaties van hun kinderen. Wanneer ouders een lager opleidingsniveau hebben, presteren hun kinderen gemiddeld slechter op school. Vorig jaar september maakte Stichting Lezen en Schrijven bekend dat één op de negen ouders met minderjarige kinderen zelf moeite heeft met lezen en schrijven. Hun kinderen beginnen vaker met een taalachterstand aan de basisschool. Stichting Lezen en Schrijven doet een oproep aan alle partijen die betrokken zijn bij ouders van het jonge kind. Activeer en ondersteun ouders zodat zij hun rol kunnen pakken bij de vroege taalontwikkeling van hun kind. Dat begint al tijdens de zwangerschap. Een vroege taalontwikkeling en het daarmee opbouwen van een goede woordenschat is van grote invloed op de leesontwikkeling van kinderen.

Laaggeletterden

Begin deze maand toonde de Jeugdmonitor van Centraal Bureau voor de Statistiek aan dat meer jongeren, vooral mbo’ers, de school verlaten zonder startkwalificatie. Dat is een havo-, vwo- of mbo-2-diploma. Eerder dit jaar schreef ook de Inspectie van het Onderwijs in ‘De Staat van het Onderwijs’ over deze toename. Deze jongeren hebben minder kansen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Ze vinden en houden moeilijker een baan, ze leven ongezonder en hebben minder grip op hun geldzaken. Daarmee lopen ze het risico de nieuwe generatie laaggeletterden te worden. In Nederland hebben zo’n 2,5 miljoen volwassenen moeite met taal, rekenen en digitale vaardigheden.

VorigeLeesvaardigheid Nederlandse jongeren opnieuw drastisch gedaald
VolgendeEfficiënt afvalbeheer in het onderwijs draagt bij aan een schone toekomst
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter