Het wetsvoorstel dat scholen per 1 augustus 2015 verplicht pesten aan te pakken, is via internet opengesteld voor consultatie. De PO-Raad roept schoolbesturen nadrukkelijk op te reageren omdat het wetsvoorstel forse consequenties heeft voor scholen.

Schoolbesturen kunnen tot 24 april hun reactie achterlaten op de website van de overheid.

Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) en de Kinderombudsman Marc Dullaert presenteerden op 25 maart 2013 hun plan van aanpak tegen pesten. Zij kondigden een wet aan die scholen verplicht pesten aan te pakken en te voorkomen. De PO-Raad onderschrijft het belang om pesten in scholen aan te pakken, maar stelt dat een aparte wet daaraan niet bijdraagt
Veiligheidsbeleid

Pesten is een ernstig probleem waartegen scholen - samen met ouders, leerlingen en andere stakeholders - maatregelen moeten treffen. Scholen zijn en voelen zich verantwoordelijk voor het realiseren van een sociaal veilige omgeving. De PO-Raad heeft samen met de VO-raad bij de presentatie van het plan van aanpak al aangegeven dat de aanpak van pesten niet gelegen is in een wet. Wat daaraan wel kan bijdragen, is het beschikbaar stellen van goede aanpakken die scholen in hun veiligheidsbeleid kunnen integreren en verdere ondersteuning voor schoolleiders en docenten.
Integrale aanpak

De sectorraden hebben veel moeite met de verplichting voor scholen om een erkend anti-pestprogramma te gebruiken. Het is goed dat het Nederlands Jeugdinstituut in kaart brengt welke anti-pestprogramma’s effectief zijn, maar aangezien slechts een zeer beperkt aantal voldoet aan de gestelde criteria (theoretisch goed onderbouwd, empirisch adequaat onderbouwd en duidelijk beschreven randvoorwaarden), is het zeer de vraag of scholen een programma kunnen kiezen dat past bij de integrale aanpak en visie van de school op het gebied van sociale veiligheid. Alleen op die manier draagt zo’n programma bij aan de veiligheid op school.

De PO-Raad heeft bovendien moeite met het feit dat scholen uit ‘programma’s’ moeten kiezen. Er zijn genoeg scholen die geen compleet antipestprogramma nodig hebben, omdat zij al instrumenten en aanpakken gebruiken die in de context van de school effectief gebleken zijn en onderdeel uitmaken van de integrale schoolbrede aanpak ten aanzien van sociale veiligheid. Wij willen voorkomen dat deze scholen door de inspectie afgerekend worden, uitsluitend op het niet hebben van een compleet antipestprogramma.
Monitoring

Ook zijn de PO-Raad en VO-raad tegen de in het wetsvoorstel voorgestelde jaarlijkse monitoring bij een kwart van alle leerlingen en verantwoording daarover bij de inspectie. De sociale veiligheid op scholen wordt vaak al gemonitord via tevredenheidsenquêtes waarin ook de beleving van veiligheid en welbevinden is opgenomen. Ook wordt er gemonitord via de tweejaarlijkse landelijke Veiligheidsmonitor. De PO-Raad pleit ervoor de verantwoording rond de pestaanpak vooral via de indicator Schoolklimaat en Veiligheid van Vensters PO vorm te geven. De extra monitoring in het wetsvoorstel leidt tot extra en onnodige bureaucratie voor scholen.
Kosten

Tenslotte is de PO-Raad het niet eens met de constatering in de memorie van toelichting dat er geen extra financiële kosten gemoeid zijn met dit voorstel. Er komt een nieuwe functie (anti-pestcoördinator) bij, die belegd moet worden bij een medewerker. Dat vraagt op zijn minst extra inzet van uren. Daarnaast gaat de aanschaf van een programma, de scholing van personeel, het afnemen van vragenlijsten en de verwerking daarvan ook gepaard met extra inzet van middelen en tijd.

De sectorraden zijn wel tevreden dat hun pleidooi om de taken van een vertrouwenspersoon en anti-pestcoördinator los te zien van de functie, gehonoreerd is in de memorie van toelichting en dat scholen zelf de keuze hebben bij wie ze deze taken binnen scholen willen beleggen.

VorigePlan: gemiddeld 23 leerlingen per groep in basisonderwijs
VolgendeKlassengrootte is zaak van school, leraren en ouders
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter