Soepeler overgangen tussen schoolsoorten, leren van elkaars ervaringen, bewustwording bij alle betrokkenen, ruimte om te experimenteren en een investering van €87 miljoen de komende drie jaar. Daarmee gaan minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker, samen met betrokkenen binnen en buiten het onderwijs, bevorderen dat kinderen met gelijke talenten ook gelijke kansen krijgen in het onderwijs. Vanaf 2020 is er €26 miljoen structureel beschikbaar.

Bussemaker en Dekker hebben de maatregelen bekend gemaakt tijdens de lancering van de Gelijke Kansen Alliantie. Dit is een samenwerkingsverband waarin leraren, ouders, scholen, werkgevers en maatschappelijke organisaties zich de komende jaren verenigen om ervoor te zorgen dat elk kind gelijke kansen krijgt om zijn talenten te ontwikkelen en zijn dromen waar te maken.

Onderzoek naar gelijke kansen
Uit verschillende onderzoeken (Onderwijsinspectie, WRR/SCP, OESO) de afgelopen tijd is gebleken dat kinderen met dezelfde talenten in het onderwijs niet altijd gelijke kansen krijgen. Hun kansen worden mede bepaald door het opleidingsniveau van de ouders of de steun die de ouders kunnen bieden. In plaats van kleiner worden de verschillen soms groter als de kinderen naar school gaan.

Dit is onacceptabel, vinden de bewindslieden. Bussemaker: ,,Het onderwijs zou een emancipatiemotor moeten zijn, waarin verschillen tussen kinderen met dezelfde talenten kleiner worden en het liefst verdwijnen. Nu blijkt dat die emancipatiefunctie aan kracht inboet is ingrijpen noodzakelijk. Kinderen met dezelfde talenten moeten gelijke kansen krijgen. We nemen daarom onze verantwoordelijkheid en dagen scholen en leraren uit hetzelfde te doen.''
Dekker: ,,We leven in een van de meest welvarende landen. Als wij er niet in slagen om kinderen het maximale uit zichzelf te laten halen, dan falen we collectief. We moeten blijven werken aan een samenleving waarin iedereen alle kansen krijgt om zich te ontplooien. We kunnen ons niet veroorloven talent verloren te laten gaan.’’

Overgang tussen schoolsoorten
Belangrijk knelpunt zijn de overgangen tussen schoolsoorten. Kinderen van lager opgeleide ouders lopen hier een verhoogd risico op een keuze die geen recht doet aan hun kwaliteiten, omdat hun ouders zelf weinig of geen ervaring hebben in het (Nederlandse) onderwijs en de mogelijkheden onvoldoende kennen.

Daarom investeren Bussemaker en Dekker fors in soepeler overgangen tussen schoolsoorten. Zo komt er vanaf 2017 een bedrag oplopend tot €14,5 miljoen structureel bij voor schakelklassen. In de overgang tussen primair en voortgezet onderwijs gaat het om kinderen die van huis uit onvoldoende begeleiding krijgen, of een taal- of leerachterstand hebben.
Voor vmbo’ers gaat het om circa 5000 leerlingen per jaar die een zogeheten schakelprogramma volgen waarin ze worden voorbereid op het eerste jaar van de havo of het mbo.

Ook in de overgang van mbo naar hbo wordt stevig geïnvesteerd: €7,5 miljoen structureel. Daarnaast is er specifiek budget (€2,5 miljoen) voor mbo’ers die naar de Pabo willen. Getalenteerde aspirant-leraren met een mbo-diploma laten zich vaker ten onrechte ontmoedigen om voor een opleiding met extra toelatingseisen te kiezen zoals de pabo. Dit geldt met name voor mbo’ers met een migrantenachtergrond.

Verder is er extra geld (€4 miljoen) om mbo-studenten te stimuleren om te stapelen (op een hoger niveau door te leren).

Begeleiding voor kinderen van laagopgeleide ouders
Goede begeleiding voor kinderen met laagopgeleide ouders die van huis uit niet de steun krijgen die andere kinderen wel krijgen, is cruciaal. Daarom krijgen twintig scholen in grote steden ruimte om te experimenteren met leraren die worden vrijgeroosterd. Zij kunnen in die tijd achterstandsleerlingen begeleiden of collega’s coachen. Hiervoor komt in 2017 en 2018 €3 miljoen vrij.

Om ouders beter toe te rusten voor de begeleiding van hun schoolgaande kind is er €2 miljoen per jaar extra voor het programma Tel mee met Taal (2017-2018). Hiermee krijgen circa 10.000 ouders met een lage taalvaardigheid taaltraining, coaching en ondersteuning bij de opvoeding van hun kinderen.

Voor ondersteuning van maatschappelijke initiatieven waarbij hbo- en wo-studenten gekoppeld worden aan scholieren in het vo en het mbo wordt vanaf 2017 €1 miljoen structureel uitgetrokken. Deze rolmodellen of coaches kunnen drempels wegnemen bij jongeren die van huis uit niet gewend zijn om verder te studeren.

Totale investering
In totaal trekken Bussemaker en Dekker in 2017 €25 miljoen uit voor het bevorderen van gelijke kansen in het onderwijs, in 2018 is dat €32 miljoen, in 2019 30 miljoen en vanaf 2020 is het structureel €26 miljoen per jaar.

Deze investeringen en concrete maatregelen alleen zijn niet voldoende, weten ook de bewindslieden. Voor een duurzame aanpak is meer nodig. Daarom worden ouders, docenten, schoolbestuurders, onderzoekers, werkgevers en maatschappelijke instellingen aangespoord om zich in de Gelijke Kansen Alliantie te verenigen. Via het platform www.gelijke-kansen.nl kunnen zij goede ervaringen met elkaar delen en van elkaar leren. Deelnemers aan de alliantie worden komende jaren ondersteund met onderzoek en ruimte om te experimenteren.

VorigeOnline colleges aan universiteit steeds populairder
VolgendeEen op de negen kinderen heeft het moeilijk thuis
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter