In diverse berichten werd donderdag de suggestie gewekt dat in het primair onderwijs personeel is ontslagen terwijl er de afgelopen tijd juist geld is bijgekomen. Deze berichten zijn gebaseerd op oude cijfers en zeggen dus niets over de huidige stand van zaken.

In de berichten worden de cijfers van 1 oktober 2013 vergeleken met die van 1 oktober 2012. Dit betekent in feite dat is uitgegaan van de formatieplannen die schoolbesturen voor 1 mei 2013 moesten vaststellen. Op dat moment kampte de sector met de gevolgen van de stille bezuinigingen - het feit dat de kosten voor scholen harder waren gestegen dan de inkomsten - en het zag er niet naar uit dat die situatie zou veranderen.

Schoolbesturen probeerden lange tijd deze stille bezuinigingen niet direct af te wentelen op de leerlingen en het personeel, maar op bijvoorbeeld onderwijsmethoden en bestuur en management. Daarmee voorkwamen ze dat de klassen groter werden. Sommige schoolbesturen konden dit niet langer volhouden en moesten uiteindelijk toch ook in de lerarenformatie snijden.
Akkoorden

Najaar 2013 werden onder andere een Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) en een Herfstakkoord gesloten, met extra geld in het vooruitzicht om deze negatieve gevolgen teniet te doen. Een deel van het extra geld is toegezegd onder de voorwaarde dat de onderwijssector afspraken zou maken over het moderniseren van de arbeidsvoorwaarden. Daarover wordt nu nog gesproken in cao-onderhandelingen.

Of en onder welke voorwaarden het toegezegde geld daadwerkelijk beschikbaar komt, is dus nog afhankelijk van andere afspraken die moeten worden gemaakt. Schoolbesturen hebben afgelopen december vanuit het Herfstakkoord al wel incidenteel geld ontvangen, maar hoe dat akkoord en het NOA structureel uitpakken was en is nog steeds niet duidelijk.

Ook nu staan zij dus voor de lastige taak nieuwe formatieplannen te maken, terwijl ze in feite niet exact weten waar ze in financieel oogpunt op kunnen rekenen. De PO-Raad heeft de (financiële) gevolgen van alle afspraken en gesloten akkoorden op een rij gezet om hier wat meer inzicht in te geven.
Werkelijke gevolgen

Wat de werkelijke personele gevolgen zijn van alle maatregelen, wordt in oktober en het jaar erop pas zichtbaar. Dan is meer duidelijkheid over het extra geld dat naar het onderwijs komt en het effect daarvan op het onderwijspersoneel. De PO-Raad vindt het van belang dat alle betrokken partijen het belang van de leerling meewegen bij alle beslissingen die zij in dit kader nemen.

VorigeGroningen jaar lang onderwijsstad van Nederland
VolgendePlan: gemiddeld 23 leerlingen per groep in basisonderwijs
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter