Leerlingen in het primair onderwijs krijgen over het algemeen goed les. Het overgrote deel van de scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voldoet aan de basiskwaliteit. Dat staat in het Onderwijsverslag 2013/2014, dat vandaag is verschenen. De Inspectie van het Onderwijs ziet dat scholen en leraren verder verbeteren. Ook de PO-Raad constateert dat de sector zich in een stijgende lijn ontwikkelt.

Het Onderwijsverslag 2013-2014 van de Inspectie van het Onderwijs schetst een solide beeld van het primair onderwijs. De Inspectie constateert dat de prestaties van de leerlingen constant zijn. Nederland heeft bijvoorbeeld relatief weinig leerlingen die aan het einde van de basisschool zwak lezen of rekenen. De tussentijdse prestaties van leerlingen zijn het afgelopen schooljaar zelfs gestegen.

Kwaliteitscyclus

Het primair onderwijs is druk bezig met een verdere kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Op meer scholen worden onderwijs en resultaten gemonitord en geanalyseerd, passende doelen gesteld en het onderwijs waar nodig bijgesteld. Volgens de Inspectie kunnen veel scholen het cyclisch werken aan de eigen kwaliteitszorg nog verbeteren. Op basis van het Bestuursakkoord gaat het primair onderwijs hier de komende jaren verdere stappen in zetten.

(Voortgezet) speciaal onderwijs

De scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs maken duidelijk vorderingen bij de verbetering van de kwaliteit. De scholen beschikken de afgelopen jaren over steeds meer gegevens om hun onderwijsresultaten in kaart te brengen. Zij moeten nu nog verder werken aan de borging van hun kwaliteit.

Speciaal basisonderwijs

Voor het eerst zijn er helemaal geen zeer zwakke scholen in het speciaal basisonderwijs. De kwaliteit van de lessen is relatief goed. Alle scholen hebben een sluitend leerlingvolgsysteem. Meer scholen volgen of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en voeren de zorg planmatig uit.

Voor- en vroegschoolse educatie

De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie is vorig schooljaar toegenomen. De Inspectie ziet vooruitgang, maar noemt ook een aantal verbeterpunten. De PO-Raad vindt vooral de samenwerking tussen voorschool en basisschool belangrijk, zodat leerlingen een doorgaande ontwikkellijn kunnen volgen. De PO-Raad vraagt daarom om meer ruimte in de wet- en regelgeving in het belang van de ontwikkeling van jonge kinderen.

Caribisch Nederland

De scholen in Caribisch Nederland werken aan de verdere verbetering van het primair onderwijs. De meeste scholen hebben in 2012 al belangrijke doelen van hun verbeterplannen bereikt en hebben sindsdien de kwaliteit behouden of verder verbeterd. De komende tijd moeten deze scholen de verbeteringen verder uitbouwen. De PO-Raad ondersteunt deze ontwikkeling met een schoolcoach en extra ondersteuning op de eilanden.

Leraren

Leraren in het primair onderwijs zorgen tijdens de lessen meestal voor een goed pedagogisch klimaat, leggen duidelijk uit en realiseren een lerende werksfeer. Het opbrengstgericht werken is toegenomen. Daardoor hebben leraren meer inzicht in de ontwikkeling van de leerlingen. De PO-Raad is vooral verheugd over de significante groei van het aantal leraren in het primair onderwijs dat zowel de algemene didactische vaardigheden als differentiatievaardigheden beheerst. Op scholen waar dit gebeurt, zijn leerlingen gemotiveerd, blijven ze minder achter en leren ze meer.

Goed personeelsbeleid

De Inspectie zegt dat een goed inwerk- en begeleidingsprogramma belangrijk is voor beginnende leraren. Volgens de PO-Raad moet dit een belangrijk onderdeel zijn van goed personeelsbeleid. Het schoolbestuur en de schoolleider zijn daar verantwoordelijk voor. De afspraken over de begeleiding van startende leraren in de CAO PO en Bestuursakkoord die de PO-Raad heeft gemaakt met de sociale partners en OCW, ondersteunen dit.

Ruimte voor visie

De meeste scholen met een sterk lerarenteam hebben volgens de Inspectie een schoolleider met visie. Een schoolbestuur kan daarmee samen met schoolleiders, leraren en ouders het verschil maken. Zij moeten een visie op goed onderwijs maken en deze in de praktijk brengen. De PO-Raad blijft daarom pleiten voor voldoende ruimte voor scholen en schoolbesturen om hun eigen uitdagingen en ambities vorm te geven.

Schoolbesturen

Over het algemeen functioneren schoolbesturen naar behoren. Schoolbestuur, intern toezicht en medezeggenschap worden professioneler. De Inspectie constateert dat dit goed is voor de kwaliteit van het onderwijs. De PO-Raad faciliteert de schoolbesturen in hun professionele ontwikkeling. In lerende netwerken delen schoolbestuurders kennis en ervaringen met elkaar.

Krappe financiële positie

De Inspectie noemt de financiële situatie in het primair onderwijs niet stabiel: Scholen hebben niet veel financiële ruimte. Wel ziet ze dat goed onderwijs onder deze omstandigheden mogelijk is. Daarvoor zijn vakbekwame schoolleiders en schoolbestuurders nodig. De PO-Raad herkent hierin de krappe financiële positie van het primair onderwijs en de betrokkenheid van leraren, schoolleiders en schoolbestuurders om met die beperkte middelen goed onderwijs voor de leerlingen te realiseren.

Op 10 juni praat de Tweede Kamer over de bevindingen van de Inspectie in het Onderwijsverslag 2013-2014.

VorigeBussemaker en Dekker: Onderwijs is in beweging, maar verbeteringen blijven nodig
VolgendeNederlandse leerlingen ongemotiveerd
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter