Hoe reageerden Nederlandse leraren tijdens de Tweede Wereldoorlog op de onderwijsideeën van de Duitse bezetter? Hoe kan een computergame brugklassers met autisme helpen? Welke rol spelen vruchtensappen in het ontstaan van chronische ziekten? En hoe effectief en eerlijk zijn online advertenties eigenlijk? Een greep uit de vragen waar 31 leraren uit het primair- tot en met het hoger beroepsonderwijs de komende vier jaar op gaan promoveren. Woensdag 25 maart ontvangen zij daarvoor een beurs uit handen van minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dat gebeurt op het Amsterdams Lyceum in Amsterdam.

De beurs wordt gefinancierd vanuit het programma Promotiebeurs voor Leraren en is bedoeld voor leraren uit het primair-, voortgezet-, middelbaar beroeps-, hoger beroeps-, en speciaal onderwijs. Het programma wordt gefinancierd door OCW en is erop gericht docenten onderzoekservaring op te laten doen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en de aansluiting tussen universiteiten en scholen te versterken. Minister Bussemaker stelt hiervoor per jaar circa 9,5 miljoen euro beschikbaar. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is verantwoordelijk voor het beoordelen en selecteren van de beursaanvragen.

Leraren die in aanmerking willen komen voor een promotiebeurs moeten een promotor aan een Nederlandse universiteit zoeken en een onderzoeksplan indienen bij NWO. De keuze voor een onderzoeksonderwerp is vrij en mag zich richten op de alfa, bèta en gammawetenschappen en de life sciences. Belangrijk bij het promotieonderzoek is dat de opgedane kennis en onderzoekservaring ten goede komen aan de wetenschap én aan de onderwijspraktijk. Leraren die worden toegelaten worden vier jaar lang maximaal twee dagen per week vrijgesteld van onderwijs om te werken aan hun promotieonderzoek, met behoud van salaris. Scholen ontvangen een rijksbijdrage om de leraar te kunnen vervangen.

De beurs is populair onder leraren. Sinds de introductie in 2011 zijn 135 docenten gestart met een promotietraject. Woensdag komen daar nog eens 31 leraren bij. Zij werden geselecteerd uit 104 aanvragen. De meeste laureaten (17) werken in het hbo, gevolgd door het voortgezet onderwijs (11 laureaten), het beroepsonderwijs (2 laureaten) en het primair onderwijs (1 laureaat).

VorigeMeer ruimte voor nascholing in het voortgezet onderwijs
VolgendeNationale Onderwijsprijs naar Tricht en Rotterdam
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter