De PO-Raad kan zich goed vinden in de meeste aanbevelingen van de Onderwijsraad over het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Bisschop (SGP), Van Meenen (D66) en Rog (CDA). Het initiatiefwetsvoorstel beoogt het onderwijstoezicht doeltreffender te regelen. De Onderwijsraad onderschrijft de zorg van de initiatiefnemers, maar stelt kanttekeningen bij een aantal gekozen oplossingen.

Het advies 'Doeltreffender onderwijstoezicht' van de Onderwijsraad verschijnt op 24 december 2014. Hierin bevestigt de Onderwijsraad het uitgangspunt van de opstellers van het initiatiefwetsvoorstel dat er onduidelijkheid is tussen wettelijke deugdelijkheidseisen en andere kwaliteitsaspecten die de inspectie hanteert bij het uitoefenen van haar toezichthoudende taak.

De Onderwijsraad adviseert om de Tweede Kamer geen rol te geven in de vaststelling van het toezichtkader van de inspectie. De PO-Raad is het daar mee eens. Eerder heeft ze al gewezen op het risico dat dit kan leiden tot het inbrengen van politieke ad hoc-prioriteiten in het toezichtkader. Zoals de Onderwijsraad voorstelt, kan bekrachtiging van het kader worden geregeld in overleg met de sector.

Anders dan de initiatiefnemers vindt de Onderwijsraad het beperken van het toezicht van de inspectie tot de wettelijke deugdelijkheidseisen ongewenst. Het gaat voorbij aan de kern waar het in het kwaliteitsdenken over gaat: kwaliteit reikt verder dan deugdelijkheid. Zo beschouwt de Onderwijsraad de verantwoordelijkheid van de school voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit onlosmakelijk verbonden aan de maatschappelijke opdracht van de school.

De PO-Raad is het eens met de opvatting dat kwaliteit verder reikt dan de wettelijke deugdelijkheidseisen. Wat voorkomen moet worden is dat er steeds meer gedetailleerde wettelijke eisen komen. Daarnaast vindt de PO-Raad dat andere kwaliteitsaspecten geen eigenstandige rol bij het beoordelen van scholen moeten gaan spelen. De wettelijke deugdelijkheidseisen vormen de formele basis voor het oordeel (zeer) zwak.

De PO-Raad sluit zich aan bij de eis dat de onderscheiden taken van de inspectie voor scholen duidelijk moet zijn. Ook vindt de PO-Raad zich volledig in de constatering van de Onderwijsraad dat het inspectierapport aan het bevoegd gezag dient te blijven worden uitgebracht. Het is aan het bevoegd gezag personeel en schoolleiding te informeren.

De Onderwijsraad acht het niet wenselijk om de mogelijkheid voor bezwaar en beroep open te stellen tegen het oordeel van de inspectie. Zij wijst op het bestaan van de klachtadviescommissie, en wil die optie beter laten benutten. De PO-Raad heeft de indruk dat deze bezwaren van de Onderwijsraad meer door pragmatische dan door principiële overwegingen zijn ingegeven (het duurt langer; het zal neerkomen op slechts procedureel toetsen). De PO-Raad hecht aan een goede rechtsbescherming tegen inspectieoordelen en wil daarom dat de mogelijkheden hiertoe goed worden onderzocht.

VorigeKNAW Onderwijsprijs 2015
VolgendeGrote belangstelling kleine schoolbesturen
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter