Zoals ik gisteren al schreef speelt in het advies van de Raad voor Cultuur over mediawijsheid het woord 'burgerschap' een belangrijke rol. Het woord burgerschap in deze definitie wil ik breed interpreteren: we zijn niet alleen burgers in-real-life, maar ook burgers van een digitale wereld die vorm wordt gegeven door bedrijven zoals Microsoft, Google, Apple, Facebook enz..

In real life spelen media een belangrijke rol, zoals recent weer gebleken is. Welke rol media als Twitter en Facebook hebben gespeeld in de Egyptische revolutie, daar zijn we het nog niet over eens, maar duidelijk is wel dat de huidige opstanden een ander verloop hadden gehad als deze media er niet waren geweest. Op zich is dat niet anders dan voorheen: ook in de Tweede Wereldoorlog hebben de media een belangrijke rol gespeeld. Het verschil tussen toen en nu is dat de media overal aanwezig zijn en ook overal gevuld kunnen worden. Wij zijn als burgers consumenten en producenten van media en hebben daarmee de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de ontwikkelingen in de maatschappij.

Maar was is eigenlijk onze positie ten opzichte van de media? Welke rechten hebben wij als consumenten en producenten van media?

Wie de film "The Social Network" heeft gezien, zal tot de conclusie zijn gekomen dat bij Facebook de macht van Mark Zuckerberg groot is, en dat anderen daar weinig invloed op hebben. Of het in de film gecreëerde beeld juist is, kan ik niet zeggen, maar als gebruiker van Facebook kan ik niet zeggen dat ik het gevoel heb enige zeggenschap te hebben over hoe men daar met mijn gegevens om gaat. De virtuele wereld die Facebook creëert voelt niet als een democratie waarin ik mijn stem kan laten horen, maar als een land waar ik ben overgeleverd aan de ideeën van de overheid.

Overigens is dat niet alleen het geval bij Facebook: ook bij andere grote webdiensten heb ik niet het gevoel dat ik als gebruiker gevraagd wordt naar mijn mening. Als gebruiker van verschillende internetdiensten kan ik niet bepalen waar mijn gegevens worden bewaard en wat ermee wordt gedaan. Waar bewaart Google mijn mail en waar staan de berichtjes die ik heb uitgewisseld via MSN en hoe lang worden die bewaard? Wie of wat bepaalt wie toegang heeft tot de informatie die ik online plaats en op welke positie die terecht komt in de ranking van de zoekmachine? Welke reclame je op de websites die je bezoekt te zien krijgt is geen toeval: die wordt afgestemd op de sporen die je zelf achterlaat op internet. Welke informatie van mij mogen de media gebruiken om (reclame)boodschappen op mijn scherm te laten verschijnen?

Dat de media zoveel van jou weten heeft een positieve kant: daarmee kunnen ze inspelen op de vragen die je hebt, soms zelfs nog voordat je ze gesteld hebt. Maar het heeft ook een schaduwzijde: het stelt ze in staat om jouw mening te beïnvloeden: door informatie die anderen online hebben gezet wel of juist niet te laten zien, door die hoger of lager te plaatsen in de lijst van hits bij een zoektocht naar informatie of door informatie over jou aan anderen te verkopen.

Ik denk dat de media inmiddels zo'n belangrijke plaats innemen in de maatschappij dat het niet meer mogelijk is om van geen enkele internetdienst gebruik te maken en zo te voorkomen dat je sporen achterlaat op het web. De bescherming van gegevens moet daarom internationaal geregeld worden. Dat is - gelukkig - het standpunt van ons Europarlement die inmiddels ook door de Amerikaanse overheid gedeeld wordt. Ik hoop dat dat leidt tot heldere en controleerbare afspraken maar ik denk dat het een lange weg is die vooral door de politiek bepaald gaat worden.

Als 'burger' van de wereld van Facebook en Twitter en allerlei andere web 2.0-diensten wil ik weten wat er gebeurt met de informatie die ik online plaats en ook inspraak hebben in hoe daarmee wordt omgegaan.

Maar ik vind dat bedrijven die staan achter de web 2.0-gedachte niet moeten wachten op wat de politiek besluit, maar zelf het heft in handen moeten nemen en de 'burgers' van hun digitale wereld democratische burgerrechten moeten geven. Dat past bij de web 2.0-gedachte waarin consumenten tegelijkertijd producenten zijn. Web 2.0 bedrijven moeten niet alleen hun dienst maar ook het bedrijf zelf enten op de 2.0-gedachte. Een web 2.0-bedrijf is in mijn optiek pas echt een web 2.0-bedrijf als hun ze hun consumenten/producenten inzage en inspraak geven in wat er gebeurt met de kernwaarde van het bedrijf: de informatie die door hun gebruikers wordt geproduceerd.

Op dit moment hebben wij als burgers van deze gemedialiseerde wereld nog niet werkelijk inspraak in de media: we mogen wel informatie geven, maar we hebben geen idee of de informatie die we produceren terecht komt op de plaatsen waar wij willen dat die terecht komt, noch garantie dat die informatie niet bij mensen komt die wij geen toegang willen geven tot de informatie. Om echt 'mediawijs' te kunnen worden zullen we eerst moeten weten wat er gebeurt met onze informatie. Pas als we dat weten kunnen we bedenken of we het daarmee eens zijn of niet en op basis daarvan besluiten nemen.

Ik roep daarom web 2.0-bedrijven op om hun 'burgers' democratische burgerrechten te geven en ons als producent inzage en inspraak te geven in de informatie die wij gezamenlijk op het net zetten!

VorigePeer pressure
VolgendeBurgerschap en leren
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter